Zicht inzichtelijk gemaakt

Rood-groen kleurenzienstoornis, rood-groen kleurenblindheid en totale kleurenblindheid

Wat zijn de verschillende soorten kleurenblindheid en kleurenzienstoornissen? En hoe kunt u ze herkennen?

29 november 2021
  • Rood-groen kleurenzienstoornis, rood-groen kleurenblindheid en totale kleurenblindheid

Het leven is vol met allerlei kleuren, maar niet iedereen neemt kleuren op dezelfde manier waar: kleurenblindheid en rood-groen kleurenzienstoornis zijn veelvoorkomende visuele beperkingen. Vaak hebben zij die er aan lijden het niet eens door. Er is echter een test om kleurenblindheid en een rood-groen kleurenzienstoornis snel vast te stellen. Maar welke verschillende soorten kleurenblindheid en kleurenzienstoornissen zijn er? En hoe kunt u ze laten vaststellen?

Kleurenzienstoornissen, kleurenblindheid en rood-groen kleurenzienstoornissen

Niet alle vormen van kleurenblindheid zijn hetzelfde. Op basis van de oorzaak en symptomen, kan er onderscheid gemaakt worden tussen kleurenzienstoornissen, gedeeltelijke kleurenblindheid en volledige kleurenblindheid. Iemand kan geboren worden met kleurenzienstoornissen of deze gedurende zijn of haar leven ontwikkelen. Bijvoorbeeld: veel problemen bij het herkennen van kleuren zijn het gevolg van een oogziekte, zoals maculadegeneratie. Bepaalde medicijnen die langdurig ingenomen worden of ziektes die invloed hebben op de oogzenuw, kunnen ook zorgen voor problemen bij het herkennen van kleuren. Een voorbeeld hiervan is atrofie van de oogzenuw, waarbij lichtgevoelige cellen in de oogzenuw afsterven. Dit kan verschillende oorzaken hebben, waaronder een ontsteking van de oogzenuw, toename van de druk in de hersenen of alcoholvergiftiging. Vertroebeling van de ooglens bij het ouder worden- en veranderingen in de hersenen kunnen daarnaast ook redenen zijn waarom we minder goed kleuren kunnen zien.

Mensen die lijden aan erfelijke aandoeningen waardoor zij minder goed kleuren kunnen onderscheiden, merken het pas vaak op nadat zij al jaren met deze aandoening leven. Zij kunnen er bijvoorbeeld achter komen tijdens een gesprek met iemand die kleuren 'normaal' ziet ("Ik vind dat het meer blauw lijkt...") of wanneer ze een taak moeten uitvoeren waarbij kleuren categorieën aangeven, en ze er op die manier achter komen dat ze de wereld niet op dezelfde manier zien als andere mensen. Veel beroepen vereisen perfect kleurenzicht. In deze beroepen worden dan ook geen mensen aangenomen met kleurenzienstoornissen. Enkele voorbeelden van deze beroepen zijn politieagenten, schilders, mensen die met CAD-tekensystemen werken, tandartsen, elektriciens en assistenten in chemische laboratoria. Perfect kleurenzicht is dan ook vaak een vereiste in vele artistieke/ontwerpberoepen en in de mode-industrie. Dit is de reden dat veel kandidaten voor een baan een kleurenblindheidtest moeten ondergaan, zoals je dit bijvoorbeeld in de transport sector ziet. Daarnaast moeten toekomstige piloten ook bewijzen dat zij niet kleurenblind zijn. Hetzelfde geldt voor iedereen die een vaarbewijs wil bemachtigen.

Oorzaken van kleurenblindheid en kleurenzienstoornissen.

Het netvlies van het menselijk oog bestaat uit twee soorten sensorcellen: staafjes en kegeltjes. Staafjes helpen ons vooral bij het onderscheiden van het contrast tussen licht en donker. Kegeltjes zijn verantwoordelijk voor kleurenzicht. Mensen met 'normaal' zicht hebben drie verschillende soorten kegeltjes, waarvan elke soort verantwoordelijk is voor een bepaald kleurenbereik: de L kegeltjes zijn verantwoordelijk voor rood, de S kegeltjes voor blauw, en de M kegeltjes voor groen. L, S en M refereren aan het gebied van het kleurenspectrum dat deze kegeltjes voor hun rekening nemen: L staat voor 'long' '(lange) golflengtes, S voor 'short' (korte) golflengtes en M voor 'medium' (van gemiddelde golflengtes). De golflengte van het licht dat het oog binnendringt, stimuleert het kleurpigment in de kegeltjes, waardoor er verschillende kleursensaties geactiveerd worden in de hersenen. Als een soort kegel niet goed of helemaal niet meer werkt, beperkt dit iemands kleurwaarneming; er is dan sprake van een kleurenzienstoornis of van kleurenblindheid. Kegeltjes zijn alleen actief bij een bepaalde helderheid. Als het donker is, zijn alleen de staafjes die verantwoordelijk zijn voor het onderscheid tussen licht en donker aan het werk. Dat is de reden waarom u in het donker geen verschil tussen kleuren ziet, maar alleen een onderscheid ziet tussen donkerdere en lichtere objecten.

Oorzaken van kleurenblindheid en kleurenzienstoornissen.

Kleurenzienstoornissen, bijv. een rood-groen kleurenzienstoornis.

Mensen met een kleurenzienstoornis zien bepaalde kleuren wel en andere kleuren niet, omdat een deel van hun receptoren de kegeltjes niet goed werken. Er zijn verschillende soorten kleurenzienstoornissen. De meest veelvoorkomende soort is de rood-groen kleurenzienstoornis, die vaak (onterecht) rood-groen kleurenblindheid of gewoon kleurenblindheid genoemd wordt. 9% van alle mannen heeft hier last van, en slechts 1% van alle vrouwen. Er zijn twee soorten rood-groen kleurenzienstoornis: de gedupeerde heeft moeite met het waarnemen van groen (deuteranopie), en bij de andere vorm (protanopie) is het waarnemen van rood een probleem. Iemand die aan deuteranopie lijdt, heeft dus moeite met het waarnemen van groen omdat de benodigde sensorcellen de kegeltjes voor de kleur groen beschadigd zijn. Groen ziet er voor mensen met deuteranopie wat vlakker en minder levendig uit, in vergelijking met hoe mensen met 'normaal' kleurenzicht het zien. Vaak heeft degene met deuteranopie het mindere zicht pas door op het moment dat hij of zij verschillende kleuren groen moet onderscheiden. Afhankelijk van hoe ernstig de deuteranopie is, kunnen de gedupeerden het ook moeilijk vinden om rood en groen te onderscheiden; dit geldt vaak ook voor blauw en paars, en roze en grijs zeker bij minder licht. Tevens zijn de symptomen van protanopie vergelijkbaar: doordat de rode kegeltjes niet goed werken, hebben deze mensen vaak moeite met het waarnemen van rood, en om rood van groen te onderscheiden. Er is geen behandeling om deze twee vormen van rood-groen kleurenzienstoornis te verhelpen.

Verminderde kleurenwaarneming

Als iemand aan anomale trichromatopsie lijdt, een kleurenzienstoornis, zijn alle benodigde kegeltjes aanwezig. Hun gevoeligheid is echter sterk verminderd, waardoor kleuren minder fel worden waargenomen. De gedupeerden verwarren kleuren daarom vaak. Het minder goed herkennen van rood kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat iemand met anomale trichromatopsie rode stoplichten veel later waarneemt dan andere bestuurders.

Gedeeltelijke kleurenblindheid, bijv. een rood-groen kleurenzienstoornis

Als iemand aan gedeeltelijke kleurenblindheid lijdt, mist er een gedeelte van de sensorcellen die nodig zijn om kleuren waar te nemen, of zijn deze er wel, maar werken ze niet. Bij dichromatopsie werken maar twee van de drie soorten kegeltjes, bij monochromatopsie maar eentje. De personen die aan deze stoornissen lijden, kunnen wel kleuren zien, maar niet alle kleuren. Bij deuteranopie zijn er bijvoorbeeld geen functionele kegeltjes voor de kleur groen. Mensen die aan tritanopie lijden, missen kegeltjes voor de kleur blauw. Iemand met protanopie mist de benodigde functionele rode kegeltjes. Het resultaat: zij kunnen maar weinig kleuren waarnemen. De personen die hier last van hebben, kunnen geen onderscheid maken tussen rood en groen. Hierdoor kan het voorkomen dat ze verkeerslichten of de rode remlichten van de voertuigen die voor hen rijden niet goed of te laat waarnemen. Er is geen behandeling voor gedeeltelijke kleurenblindheid.

Volledige kleurenblindheid

Volledige kleurenblindheid (achromatopsie) verwijst doorgaans naar erfelijke kleurenblindheid, waarbij de persoon alleen verschillende tinten grijs waarneemt in plaats van kleuren. Achromatopsie komt net zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen. De gedupeerden hebben een sterk verminderde gezichtsscherpte, en zijn zeer gevoelig voor licht (fotofobie). De drie soorten kegeltjes die noodzakelijk zijn om kleuren waar te nemen, werken niet bij mensen met volledige kleurenblindheid. Zij kunnen alleen maar zien met de staafjes in hun ogen; de sensorcellen die verantwoordelijk zijn voor zicht in het donker. Mensen met achromatopsie nemen daarom ongeveer 500 verschillende licht-donker tinten waar. Volledige kleurenblindheid is doorgaans erfelijk, maar het kan ook een gevolg zijn van een beroerte, hersentrauma of andere vorm van hersenletsel (deze vorm heet cerebrale achromatopsie).

Wat kunnen de gedupeerden doen?

Er is momenteel geen behandeling voor kleurenblindheid of een kleurenzienstoornis. Er zijn wel bepaalde brillen die ervoor kunnen zorgen dat kleurcontrasten veranderen, wat in bepaalde omstandigheden zorgt voor comfortabel zicht. Brillen met rode brillenglazen kunnen mensen helpen die aan kleurenblindheid lijden. Dit soort brillenglazen verminderen reflecties effectiever dan normale brillenglazen of zonnebrilglazen. Als medicijnen verantwoordelijk zijn voor kleurenblindheid, raden wij u aan om met uw arts te overleggen of u direct met deze medicatie kunt stoppen.

Het vaststellen van kleurenblindheid en kleurenzienstoornissen

De volgende testen voor kleurenzicht worden gebruikt om vast te stellen of iemand kleurenblind is, of een kleurenzienstoornis heeft.

  

Ishiharatest, een kleurenblindheid test (pseudoisochromatische platen)
De gekleurde platen van de Ishiharatest worden gebruikt om een rood-groen kleurenzienstoornis of een blauw-geel kleurenzienstoornis (tritanopie) vast te stellen. Elke ronde plaat is bedekt met gekleurde stippen die een bepaald getal vormen. Het getal dat herkend wordt, bepaalt welke kleuren iemand kan zien. Mensen met normaal zicht zien bijvoorbeeld het getal 74, terwijl iemand met een rood-groen kleurenzienstoornis 21 ziet. Hierdoor kan op betrouwbare wijze iemands kleurenzienstoornis vastgesteld worden.

Anomaloscoop van Nagel
De anomaloscoop wordt gebruikt om een rood-groen kleurenzienstoornis vast te stellen. De patiënt wordt gevraagd om rood en groen licht te mengen om een bepaalde kleur geel te maken (sodium-geel). Hierdoor wordt het mogelijk om een precieze diagnose te stellen voor een bepaald soort kleurenzienstoornis. Mensen met een kleurenzienstoornis waarbij groen het probleem is, voegen bijvoorbeeld vaak te veel groen toe.

De Farnsworth test
De Farnsworth test maakt het mogelijk om een rood-groen en een blauw-geel kleurenzienstoornis vast te stellen. De patiënten worden gevraagd om tegeltjes met verschillende kleurtinten te sorteren. Afhankelijk van de soort stoornis, neigt de testpersoon naar een bepaald patroon, waardoor er conclusies getrokken kunnen worden over het type kleurenzienstoornis.

  • Doe de test: bent u kleurenblind?
  • Doe de test: bent u kleurenblind?
  • Doe de test: bent u kleurenblind?
  • Doe de test: bent u kleurenblind?
  • Doe de test: bent u kleurenblind?
  • Doe de test: bent u kleurenblind?
  • Doe de test: bent u kleurenblind?
  • Doe de test: bent u kleurenblind?

Doe de test: bent u kleurenblind?

Veel mensen hebben een probleem met hun kleurenzicht zonder dat ze het doorhebben misschien bent u een van hen? Doe de test: wat kunt u zien op de volgende 12 kleurenkaarten? Vaak is er een getal te onderscheiden, maar soms niet. Mensen met een kleurenzienstoornis zien een ander getal dan mensen met een normale kleurwaarneming, of ze zien geen getal. Het 'juiste' resultaat met andere woorden wat iemand zonder kleurenzienstoornis zou zien wordt weergegeven als u uw muis over de kleurenkaart heen sleept. Als dit getal niet overeenkomt met wat u in de gekleurde cirkel ziet, zou het zo kunnen zijn dat u een kleurenzienstoornis heeft. Uw opticien kan een speciale test bij u afnemen om te zien of dit het geval is, en om precies vast te stellen welke kleurenzienstoornis u heeft.

© YAY Media AS / Alamy Stockphoto


Deel dit artikel